Specialist in Warmtebeeldkijkers

Iedereen weet dat het Vogelinformatiecentrum dé specialist van Nederland is op het gebied van verrekijker en telescopen speciaal voor vogelaars. Maar inmiddels zijn we ook gespecialiseerd in warmtebeeldkijkers voor vogelaars.

Een Warmtebeeldkijker is een thermische verrekijker (meestal monokijkers) waarmee je dus in volslagen duisternis vogels kunt detecteren. We noemen het bewust detecteren, want meer doe je niet. Met een warmtebeeldkijker zie je in feite alleen maar temperatuurverschillen. Hierdoor valt alles wat warmte afgeeft op.

In het kort hoe een warmtebeeldkijker werkt (in grote stappen)

Een speciale lens bundelt het infrarood licht wat door alles wordt uitgestraald. Dit licht wordt door een thermische sensor opgevangen en omgezet in een gedetailleerd temperatuur patroon, genaamd thermogram. Het thermogram wordt vervolgens omgezet in elektrische impulsen, deze impulsen worden doorgestuurd naar de printplaat die dit vertaald naar informatie op een beeldscherm. Eigenlijk wordt de voor ons onzichtbare infrarode uitstraling omgezet in een voor ons zichtbaar beeld. Zo kan een warmtebeeldkijker bij volslagen duisternis toch een beeld geven van de omgeving en alles wat daar gebeurt. Je ziet de blaadjes aan de bomen, je kan de structuur van een muur bekijken, je zit zelfs verkeersborden staan. Alleen kan je nergens doorheen kijken. Ook niet door glas. Want dat houdt alle straling die je wilt omzetten naar een zichtbaar beeld tegen.

In het verleden (tot circa 5-6 jaar geleden) waren de warmtebeeldkijkers nog nauwelijks geschikt om nuttig te gebruiken als vogelaar. Daarnaast waren die kijkers die wel bruikbaar waren erg duur (meer dan 3.000 euro). Inmiddels zijn de thermische sensors (de sensor met de temperatuurgevoelige cellen erop) zo verbeterd dat ze de kleinste temperatuurverschillen al kunnen waarnemen. Hiermee kan je dus ook objecten ontdekken die maar weinig warmte afgeven. Gemiddeld zijn vogels goed geïsoleerd en verliezen ze door het goede verenkleed maar weinig warmte. Vroeger zag je met een warmtebeeldkijker dus alleen maar die delen die echt warmte uitstraalden. Je zag vaak wat warmte lekken bij de poten en kop. Dit zag je vaak alleen op relatief korte afstand. En dan was het beeldscherm vaak zo grof dat het gokken was waar je naar keek.

Tegenwoordig zijn zijn thermische sensors stukken gevoeliger en de betere sensoren kunnen de kleinste verschillen in temperatuur al meten. Ook worden de lenzen beter om meer en meer infraroodstraling op te vangen. Hierdoor en door de verbeterde software die ervoor zorgt dat al deze temperatuurverschillen worden omgezet in een voor ons zichtbaar (en herkenbaar plaatje), is er tegenwoordig zoveel meer te zien met een goede warmtebeeldkijker. De beeldopbouw is zo goed geworden dat je midden in de nacht, zonder maan toch het gehele landschap kan zien en je ziet direct of er ergens in een weiland of slootkant iets levends (wat meer verschil in temperatuur veroorzaakt) zit of loopt. Dit kan zelfs op afstanden van ruim meer dan 1.000 meter. Echter vogels herkennen met een warmtebeeldkijker kan nog steeds niet (of beperkt). Dit komt omdat je geen kleuren kan waarnemen. Je kan inmiddels wel wat veerstructuren waarnemen, maar daarmee kan je de vogel nog steeds niet herkennen. Maar inmiddels zie je met de betere warmtebeeldkijkers wel of je naar een merelachtige vogel of naar een (bruine) rat staat te kijken, terwijl je vroeger in beide gevallen alleen maar een oplichtend bolletje zag.

De kwaliteit van een warmtebeeldkijker wordt bepaald door een aantal componenten in de kijker. Dit moet je weten om verschillende kijkers objectief met elkaar te kunnen vergelijken.

  1. De thermische sensor. De thermische sensor zorgt ervoor dat alle infrarode straling die de lens projecteerd, via een thermogram worden omgezet in electische impulsen, die worden omgezet in een beeld. De thermische sensor mag je vergelijken met de sensor in een fotocamera. De sensor is opgebouwd uit pixels. Net als bij fotocamera’s draait het om het aantal pixels en de grootte van de pixels. Je wilt eigenlijk beide. Zoveel mogelijk en zo groot mogelijk. Hoe groter de pixel, hoe gevoeliger (in dit geval voor temperatuurverschillen), en hoe meer pixels, hoe gedetailleerder de beelden kunnen worden.
  2. De Lens. De thermische lens (of infraroodlens) is heel iets anders dan de lens van een verrekijker. Hij ziet er ook heel anders uit. Ook bij een warmtebeeldkijker wordt de lens uitdrukt in mm (de diameter). 15mm, 20mm, 25mm, 35mm enz. Hoe groter het aantal mm, hoe sterker de lens. Hiermee krijg je dus een groter detectiebereik (tot welke afstand zit hij de infrarode straling en zijn warmteverschillen meetbaar), echter door een groter aantal mm krijg je ook een smallere beeldhoek (beeldveld). Al hangt dit wel af van de grootte van de sensor. Bij dezelfde sensorgrootte heeft een grotere lens een smaller beeldveld.
  3. Resolutie van het beeldscherm. Als je door het oculair in een warmtebeeldkijker kijkt, dan kijk je in een beeldscherm (net als bij een digitale camera). In het verleden waren die schermen van (hele) lage kwaliteit met een gering aantal pixels. Tegenwoordig zijn die beeldschermen van hoge tot zeer hoge kwaliteit en in de meeste gevallen van een veel hogere resolutie dan de thermische sensor. Hoe hoger de resolutie is, hoe scherper het beeld is wat je kan zien.
  4. De gebruikte software die het mogelijk maakt om de temperatuursverschillen die de thermische sensor meet, omzet in een plaatje wat wij kunnen zien. Dit betekend dus, als je een thermische sensor van 324×182 pixels hebt en een digitaal display van 1080×768 pixels, dat er heel wat informatie bijbedacht moet worden om er een herkenbaar plaatje van te maken. De software die dat voor zijn rekening neemt is een soort black box die niet met elkaar (merken onderling) op basis van specificaties te vergelijken is. Je zit vaak dat de gerennomeerde merken hier heel ver mee zijn.

Warmtebeeldkijkers anno 2025!

Waar wij in 2020 gestart zijn met warmtebeeldkijkers, schreven wij in ons eerste artikel dat je voor een goede warmtebeeldkijker zeker tussen de 3.000 – 4.000 euro (of meer) kwijt zou zijn. Die tijd ligt alweer achter ons. Inmiddels zijn de losse componenten die nodig zijn om een goede warmtebeeldkijker te ontwikkelen behoorlijk in prijs gedaald en in kwaliteit gestegen. Die ontwikkeling is snel gegaan. Je ziet dat er daardoor veel fabrikanten zijn met kijkers met dezelfde specificaties. Hierdoor wordt de keuze best lastig. Zeker als de prijs nogal verschillen. Het verschil zit vaak in de software die gebruikt wordt om een zichtbaar beeld op het display (oculair) te toveren. Zoals al eerder gezegd, die software laat zich niet in specs vangen en je bent dus afhankelijk van het advies van de verkoper of de ervaringen van anderen. Anno 2025 kan je een goede warmtebeeldkijker kopen tussen de 1.000 en ruim 2.000 euro, dan weet je dat je een bruikbare kijker hebt. Onder deze bedragen zijn er wat beperkingen, maar of dat erg is ligt vooral aan het doel wat je ermee wilt. Boven deze bedragen zijn er ook voldoende te koop. De verschillen in beeldkwaliteit zijn zeker zichtbaar en de duurdere geven echt een beter en gedetailleerder beeld. Maar je vindt er niet meer vogels mee. Klein en handig om mee te nemen, is vaak meer waard dan de betere beeldkwaliteit.

Als Vogelinformatiecentrum proberen we de betere modellen te testen en te vergelijken zodat we goede adviezen kunnen geven. Daarbij gaat het ons er vooral om of je er iets aan hebt voor de hobby vogels kijken. Hoe mooi is het om in volslagen duisternis wel ganzen te horen overkomen, maar met wamtebeeld te zien dat het er 86 zijn. En wat denk je van het scannen van een rietoever met wamtebeeld (gewoon overdag). Met de verrekijker zie je niets, en met de wamtebeeld zie je gewoon dat er een roerdomp in het riet staat, of je ziet toch vier eenden zitten. Zo ook met het zoeken naar bokjes of houtsnippen. Als je een warmtebeeldkijker goed gebruikt (naast je verrekijker) hoef je niets meer te missen.

Door de jaren heen hebben wij voldoende ervaringen opgedaan om met een aantal merken in zee te zijn. Deze merken maken betrouwbare kijkers, geven goede service en hebben bij ons bewezen dat de goed bruikbaar zijn voor vogelaars. Daarom adviseren wij altijd een warmtebeeldkijker van één van de volgende merken.

  • Hikmicro
  • Pulsar
  • Lahoux
  • Zeiss
  • Leica
  • Nocpix

De grote vraag is uiteindelijk: Wat heb je er aan als je vogels gaat kijken, tellen, ringen of als je de natuur ingaat? Inmiddels kunnen wij die vraag als volmondig JA beantwoorden. In het veld geeft een warmtebeeldkijker meerwaarde. Koop je deze ter vervanging van je gewone verrekijker? NEE. Dan kom je daarop heel snel terug.

Je moet een warmtebeeldkijker echt zien als een aanvulling op je uitrusting als vogelaar. Wil je niets missen in het veld, dan is de warmtebeeld onmisbaar. Heb je het gevoel dat je nooit iets gemist hebt in het veld, dan is een warmtebeeld overbodig. Maar geloof ons, als je nadat je met de verrekijker een weiland, bosrand of slootkant hebt gescand met je verrekijker, dit nogmaals doet met een warmtebeeldkijker, de kans groot is dat je ineens objecten ziet, die je niet zag met je verrekijker. Dus met twee kijkers zie je meer dan met één.

Gelukkig hoeft een goede warmtebeeldkijker niet groot en zwaar te zijn. De meeste warmtebeeldkijkers zijn monokijkers. Dit is heel bewust. Ze zijn ontwikkeld voor tacktische doeleinden zoals militairen en jacht. Als je in het duister kijkt wennen je ogen aan de duisternis. Kijk je dan met beide ogen in een verlicht scherm (oculair) en daarna moet je je geweer ergens op richten, dan duurt het te lang voordat je ogen weer gewend zijn aan de duisternis. Als je maar met een oog in de warmtebeeldkijker kijkt, dan kan je met je andere oog je geweer richten of je blijven orienteren waar je loopt.

Een monokijker is daarnaast ook lekker klein en handzaam en past makkelijk in een ruime jaszak. Tegenwoordig gaan de meeste batterijen (want het is een en al electronica) voldoende lang meer en zijn de meeste kijkers met een USB-C en powerbank zo bij te laden (of worden geleverd met meerdere batterijen).

Bijkomend voordeel van bovengenoemde merken warmtebeeldkijkers is dat deze allemaal een foto / filmfunctie hebben. Dit houdt in dat het beeld wat je in het oculair ziet ook vastgelegd (als foto of video) kan worden. Dit kan heel nuttig zijn als je bijvoorbeeld vogels gaat tellen. Je kan je beelden dan nog eens rustig nakijken (en hertellen).

Ook hebben de meeste modellen een goede wififunctie (ze creëren een wifihotspot) om je telefoon of ipad mee te verbinden. Zo kan je de warmtebeeldkijker makkelijk instellen of je kan andere mensen met je mee laten kijken.

Voordelen voor vogelaars

Om vogels te vinden die goed verborgen leven en of goede camouflage hebben, heeft warmtebeeld directe voordelen. Het vinden van een houtsnip (voordat ie opvliegt) is nog nooit zo makkelijk geweest. Ook het vinden van uilen in dichte bomen of een roerdomp in een rietkraag. Hou er wel rekening mee dat je niet door bladeren of door riet heen kunt kijken.

Nachtzwaluwen op de grond of op een tak vallen met warmtebeeld zo door de mand. Hun camouflage werkt dan niet meer. Je kan met warmtebeeld snel hele stukken bosbodem afkijken. zie je ergens iets oplichten dan kan je daar je telescoop of verrekijker op richten om te checken wat het is.

Natuurlijk zijn er veel meer objecten die warmte uitstralen, lang niet alles is een vogel. Zo worden de plekken tussen graspollen in, in de zon warmer dan de omgeving, ook die plekken lichten op. Dit zie je ook bij takken die in de zon vallen en takken in de schaduw. Op een tak in de zon is het lastiger iets te vinden dan op een tak in de schaduw. Dit zijn factoren waar je mee moet leren omgaan.

Een andere nuttige toepassing kan zijn bij het ringen van vogels. Met een warmtebeeldkijker kan je heel snel (en van grotere afstand) kijken of je alweer naar je netten moet lopen. Ook bij nachtelijke ringsessies (professioneel) kan een warmtebeeld heel veel uitkomst bieden. Je kan zonder verstoring kijken of er vogels in het net zitten. Je zult wel schrikken als je zo’n kijker gebruikt dat je ook ziet hoeveel vogels langs en over de netten vliegen.

Bij het tellen van vogels kan het nauwkeurigere uitkomsten opleveren. Met alleen een verrekijker en telescoop mis je goed verstopte vogels al snel. Zeker in gebieden met veel slootkanten en rietkragen. Met een warmtebeeld als extra instrument zal je zeker meer eenden, rallen, ganzen enz tellen dan zonder dit gebruik.

Als laatste voorbeeld kan het een behulpzaam instrument voor twitchers (zoeken naar zeldzaamheden) zijn. Vaak zie je een vogel een struik of struweel invliegen. Je hebt wel gezien dat ie bijzonder is, maar nog onvoldoende details. Met een warmtebeeld kan je sneller ontdekken of de vogel er nog is en in welk deel van de struik deze zit. In de zomer met volledig bladerdek gaat deze toepassing wat minder snel op.